De Mexicaanse percussionist Osvaldo Hernendez en de Belgische gitarist met Jordaans-Joegoslavische roots Karim Baggili spelen samen in het Karim Baggili Quartet maar ook als duo. Osvaldo zette zijn eerste muzikale stappen in de straten van Mexico City. "Toen ik 17 jaar was, werkte ik als arbeider en om mijn problemen te vergeten, ging ik tijdens het weekend fluit spelen in de metro. Die had ik gekocht toen ik een groep Zuid-Amerikaanse volksmuziek zag spelen. Ik was er helemaal ondersteboven van en kocht een quena (traditionele fluit uit de Andes). Ik was er vrij snel mee weg."
"Als kind was ik al erg virtuoos op blokfluit. Maar eigenlijk wou ik klassiek violist worden. Ik had een bekende violist bezig gehoord in het park en dat was magisch. Toen ben ik naar het conservatorium gegaan. Ik heb er toelatingsexamens afgelegd en was alleen gebuisd voor de socio-economische test. Ze vroegen naar mijn ouders en ik antwoordde eerlijk dat ik alleen woonde en werkte als kuisman. Daarom hebben ze mij geweigerd. Gelukkig ben ik toen door iemand die mij in de metro aan het werk had gezien, gevraagd om bij het Nationaal Ballet van Mexico te komen spelen."
Met het Nationaal Ballet van Mexico begon een nieuw leven voor Osvaldo. Hij reisde het land door met de groep en leerde andere muzikanten kennen. Drie jaar lang trok hij met een kleine groep van dorp tot dorp om er de traditionele muziek te leren van de verschillende bevolkingsgroepen. "Het was een enorm avontuur, maar we werden overal warm ontvangen. Onze leeftijd en energie wekte sympathie op. In het algemeen is er respect voor traditionele muziek in Mexico, maar het blijft een gevecht tegen de cultuurinvasie uit de V.S."
Cd's ontcijferen
Voor Karim Baggili, ooit nog met Sophie Cavez aan de slag bij Dazibao, is het allemaal wat gemakkelijker gegaan. "Rond mijn 16de ben ik verliefd geworden op de elektrische gitaar. Ik kocht mijn eerste instrument voor 6000 frank en begon alle cd's van Dire Straits te ontcijferen op het gehoor. Ik deed mijn huiswerk op een kwartiertje en begon te spelen tot ik moest gaan slapen. Op die manier is mijn gehoor ontwikkeld.
"Toen ik op mijn negentiende Paco de Lucia op tv zag spelen, was ik diep onder de indruk van de techniek en van de klanken die je uit een akoestische gitaar kon krijgen. Ik ben cd's beginnen kopen en beluisteren. Een flamenco-optreden van Marquito Velez en Sepher Arjomandi bezorgde me een tweede keer een geweldig gevoel. Het toeval wil dat ik enkele maanden later een elektro-akoestische gitaar wou kopen in Brussel. Ik ging ook even langs bij Hill's Music en daar botste ik op Marquito Velez. In een uur tijd toonde hij mij verschillende technieken en gaf me zo werk voor twee jaar". "De Amerikanen waren mijn helden als kind", zegt Karim nog. "Ik ben niet opgegroeid met Belgische traditionele muziek. Mijn cultuur is Jordaans en Joegoslavisch, via mijn ouders, en voorde rest Amerikaans."
Ritme van de metro
Fluit en viool mogen dan zijn eerste liefdes zijn, Osvaldo staat vooral bekend als percussionist. "Ik kom uit een land met 25 miljoen mensen, het leven in Mexico City gaat heel snel en mijn muziek is een reflex van dat leven Ik maakte melodieën op het ritme van de metro. Bovendien is percussie gemakkelijker aan te leren dan andere instrumenten."
Een job als muzikant bracht Osvaldo naar België. "In de loop der jaren heb ik het soms moeilijk gehad, maar ik heb mij mijn keuze nooit beklaagd" luidt het. Osvaldo speelt nog met de Algerijn Abdelli, het Galicische Ialma en de Haïtiaanse Marlène Dorcena, maar heeft sinds kort ook twee eigen projecten: Amalgama, een percussie-trio, en Nahui-Ollin, rond pre-Colombiaanse instrumenten.
Voor Karim Baggili blijft zijn eigen kwartet met naast Osvaldo ook Philippe Laloy (sax, fluit) en Kathy Adam (cello) de belangrijkste groep. "Ik probeer nu zoveel mogelijk te componeren en ben van plan een tijde naar Spanje te gaan om mij verder in flamenco te verdiepen en samen met mijn vriendin (zangeres Caroline de la Serna) liederen te schrijven. En verder werk ik aan een project waarin ik in alle talen zing die mijn identiteit uitmaken: van Servo-Kroatisch tot Engels."
Goe Vollek n°2